Tekorten in Nederlandse voeding

Voedingstoffen: “Tekorten in de Nederlandse Voeding” 
Opgesteld door Ruud A. Nieuwenhuis, directeur Stichting Orthomoleculaire Educatie 

Recent wordt steeds duidelijker dat we niet alle benodigde voedingsstoffen uit onze voeding halen en dat dit zelfs met een gezond voedingspatroon niet haalbaar is. Suppletie met essentiële microvoedingsstoffen (vitamines, mineralen, aminozuren etc.) is dus pure noodzaak. Zelfs de overheid erkent nu de tekorten in ons voedingspatroon in de nota ‘Gezonde voeding van begin tot eind’ (2008), waarin ze gezonde gewoontes actief willen gaan stimuleren. Het eetpatroon van de meeste Nederlanders voldoet niet aan de normen volgens de Voedingswijzer. Maar ook als we die norm wél zouden halen, krijgen we nog steeds niet de benodigde hoeveelheid microvoedingsstoffen binnen.


 

Hieronder volgt een samenvatting van het rapport “Tekorten in de Nederlandse Voeding”, dat op 10 april 1995 werd toegezonden aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mevr. dr. E. Borst-Eilers. In dit rapport, dat is opgesteld door S.O.E.-directeur Ruud A. Nieuwenhuis, wordt aangetoond dat de Nederlandse bevolking zich inadequaat voedt.

Zeer verontrustende uitkomsten.
De uitkomsten van de door de Stichting Orthomoleculaire Educatie uitgevoerde voedingsberekeningen tonen onweerlegbaar het volgende aan:
a) Zelfs een zgn. EVENWICHTIGE voeding bevat ONVOLDOENDE vitamines, mineralen en spoorelementen: bij de gehele bevolking komt een tekort aan vitamine A, selenium en koper voor. Daarnaast komt een tekort aan vitamine D, calcium, ijzer, zink en magnesium voor bij diverse bevolkingsgroepen, waaronder de twee kwantitatief grootste (mannen en vrouwen van 22-50 jaar). Voorts brengt de berekeningsuitkomst marginale innamen van vitamine B1 en B2 aan het licht;
b) Er zijn aanwijzingen dat het aantal mensen dat daadwerkelijk eet volgens de richtlijnen van de Voedingswijzers van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding (VoVo), derhalve daadwerkelijk “evenwichtig” eet, uiterst klein is. Dus met de inname van microvoedingsstoffen door praktisch de gehele bevolking is het aanzienlijk slechter gesteld dan bij gebruik van de “evenwichtige” voeding. Het is dan ook niet voor bestrijding vatbaar dat bij praktisch de gehele bevolking meervoudige deficiënties aan microvoedingsstoffen bestaan;
c) Bij de vaststelling van de voedingsnormen is ten onrechte geen rekening gehouden met allerlei omstandigheden, die de behoefte aan noodzakelijke microvoedingsstoffen bij de bevolking verhogen. Indien ook deze negatieve factor wordt meegenomen, kan slechts worden geconcludeerd dat er ernstige, veelvoudige tekorten op microniveau bestaan bij de gehele bevolking.
Recent onderzoek toont overtuigend aan dat reeds de onder a) gesignaleerde tekorten leiden tot verhoogde kansen op het ontstaan van hart- en vaatziektes, kanker en andere ernstige, op grote schaal voorkomende ziektebeelden, alsmede tot massaal verlies van conditie in de brede zin des woords. Dit rapport geeft globale voorstellen om deze trieste prognose het hoofd te bieden.

Uit de berekeningen en aanvullend materiaal in het rapport kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

Eindconclusie 1:
De gemiddelde Nederlander gebruikt geen evenwichtige voeding. Maar zelfs als hij dat wel zou doen (eten volgens de Voedingswijzer van VoVo), dan nog krijgt hij lang niet de aanbevolen hoeveelheid van vele essentiële voedingsstoffen binnen.
Vrijwel de gehele Nederlandse bevolking kampt met kleine of grote tekorten in de voeding aan essentiële vitamines, mineralen en spoorelementen. Deze tekorten zullen onvermijdelijk leiden tot (ernstige) gezondheidsproblemen.

Andere invloeden op de voedingsstatus en voedingsbehoefte 
De gevonden berekeningsuitkomsten van de gehaltes voedingsstoffen die dagelijks worden geconsumeerd, zijn getoetst aan de Nederlandse voedingsnormen, de zgn. Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheden (ADH’s). Deze conservatieve normen (meerdere wetenschappers pleiten al langere tijd voor verhoging van vele ADH’s) houden echter geen rekening met de volgende, onmiskenbare invloeden op het gehalte aan nutriënten in voedingsmiddelen en in humaan weefsel:
a) De verarming van onze landbouw- en veeteeltgronden als gevolg van monoculturen, onvolkomen kunstmestsamenstelling, gebruik van verdelgingsmiddelen, zgn. veredeling van zaden en dergelijke, eenzijdige veevoeding, hormoonstimulantia, enz.;
b) De vervuiling in voeding en milieu: lichaamsvreemde toevoegingen aan voedsel, kunstvoedingsproducten van de industrie (met schadelijke stoffen zoals transvetten en samenstellingen met verkeerde voedingsbalansen), straling, uitlaatgassen van het gemotoriseerde verkeer, gifuitstoot van de industrie, enz.;
c) De in wezen onnatuurlijke bereiding van ons voedsel (bakken, braden, frituren, enz.).
Het menselijk lichaam beschikt over vele routes om binnengeslopen vervuiling uit voeding en milieu te elimineren, maar behoeft daarvoor met name antioxidanten die zich voor een belangrijk deel in voeding bevinden.

Aangezien in het voorgaande is aangetoond dat aan deze stoffen in onze voeding juist een tekort bestaat, zal de ontgiftingscapaciteit van ons lichaam niet voldoende actief kunnen worden. De gevolgen hiervan zijn uiteraard zeer schadelijk voor de gezondheid.
Ter neutralisering van dit negatieve effect moet een compensatie worden gegeven voor de grotere behoefte aan micronutriënten, vooral antioxidanten. Het moge duidelijk zijn dat deze compensatie alleen mogelijk is in de vorm van suppletie met de ontbrekende antioxidanten.

Eindconclusie 2: 
Indien ook de uit hoofde van milieu- en voedingsvervuiling noodzakelijke extra behoefte aan voedingsstoffen wordt ingecalculeerd, kan de conclusie niet anders zijn dan dat de gehele Nederlandse bevolking met middelgrote tot grote tekorten aan vele vitamines, mineralen en spoorelementen kampt.

Het rapport “Tekorten in de Nederlandse Voeding” werd opgesteld door: Ruud A. Nieuwenhuis, directeur Stichting Orthomoleculaire Educatie. 
Aan het rapport werd tevens medegewerkt door: ir. A.A. van Ramshorst, voedingskundige, en mr. N.H. de Vries, jurist en rechter.